vrijdag 3 april 2015

Preekschets de zeven woorden van het kruis VII: ‘ Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest’.

Klik hier om de preekschets te printen of te downloaden.



Inleiding: Je bent in een museum. Je ziet iets prachtigs en dan mag je er niet bij en er niet aankomen. Vervelend is dat. Daarover gaat het vanavond: dat je ergens niet bij kan en mag.
In Lukas, 23: 44 – 48, waarin het laatste kruiswoord wordt beschreven, gebeuren 4 dingen:

1. De verduistering van de wereld (vs.44) 
Duisternis is in Lukas teken van de afwezigheid van God. Lukas 1, lofzang van Zacharias: 7 “Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.”
Jezus gebruikt het woord duisternis voor de hel: maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden.’ (Mat 8: 12)

2. Het Vandalisme van de Vader. (vs.45) 
Hoe de Here God te weg naar hem toe weer open maakt.  Dit heeft te maken met de Tempel. In vers 40: ‘Gij die de tempel afbreekt.” In 26: 61: ”Deze heeft gezegd: Ik kan de tempel Gods afbreken en binnen drie dagen opbouwen.” En dat is precies wat hier gebeurt. De heilige Tempel wordt door de Vader verwoest: Het voorhangsel scheurt in tweeën van boven naar beneden. De toegang is vrij. De offerdienst is niet meer nodig want Christus is het offer. Nu zal bij zijn opstanding heel de wereld zijn tempel zijn.

3. Het Vertrouwen van de Zoon.  (vs. 46, Psalm 31: 6) ‘ In Uw hand beveel ik mijn geest.’  Dat is het liedje dat kinderen leerden van hun moeder als zij gingen slapen. Net als bij ons: ‘Ik ga slapen ik ben moe’. De toegang is vrij en die open weg gaat de Zoon – Hij gaat  in gebed naar zijn vader. Naar de  Handen van de Vader. Niet van God, maar de Vader. Hier ontmoeten Vader en de verloren Zoon elkaar weer. ‘Ik zal opstaan en naar mijn Vader gaan.’ Het duister is geweest. De Toorn is gedragen en de Here Jezus mag ingaan in zijn rust.
Hij gaat de dood door als eerste van vele broeders (Rom 8) Let er op: in geloof. Ook hier alleen in vertrouwen op de Vader. Hij ziet het niet, maar toch is het geen sprong in het duister. Hij moet zich laten vallen in de Handen van zijn Vader.
Zonder Jezus kun je de Vader niet ontmoeten. Vreselijk is het te vallen in de handen van de Levende God. (Hebreen 10:31) Maar zo is het niet voor ieder die achter de Here Jezus aan mag gaan. Sterven is dan: Christus navolgen. Jezelf aan je Vader overgeven. Omdat Hij in Christus je Vader wil zijn.  Kijk maar naar Stefanus: (Hand 7: 59) En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest.

4. de Verwondering van de hoofdman. (vs. 47)

Bij Lukas (dus ook in Handelingen) heel vaak dat na een bijzondere gebeurtenis de mensen God gaan loven. Bijv. Simeon in Lukas 2. ‘Hij nam het in zijn armen en loofde God’.  Dat is de bedoeling. Dat wij met brijmoedigheid en dankbaarheid God gaan loven. Omdat we met vertrouwen op de Here Jezus leren zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten